In het Isala Theater kwamen ondernemers samen voor het symposium Capelle in Transitie en ook online keken er geïnteresseerden mee. In een open setting gaf het programma ruimte aan praktijkvoorbeelden, kennisdeling en inspirerende gesprekken onder de bezielende leiding van Cees Vingerling die zelf als stakeholder manager in de regio actief is.
De onderwerpen energiebesparing en -opwekking, duurzame mobiliteit, afvalvermindering/grondstoffengebruik en duurzame inkoop staan bij veel ondernemers op de agenda. De ene ondernemer is verder in de transitie op (deel)onderwerpen dan de andere en dat was dan ook de aanleiding voor de Gemeente Capelle aan den IJssel om het symposium te organiseren. “We willen als gemeente de ondernemers graag ondersteunen in de transitie en zien dat samenwerken in de overgang naar toekomstbestendig ondernemen het meeste resultaat heeft”, aldus George Derksen, Projectleider Economische Zaken en adviseur Circulaire Economie bij gemeente Capelle aan den IJssel. Door het delen van kennis en ervaringen in het symposium en daarbij ook de oproep te doen aan de ondernemers om mee te denken en te vertellen wat ze specifiek nodig hebben van de gemeente. “We kunnen met ondernemers(groepen) dan expliciet aan de slag met hun vraagstuk, hetgeen effectiever is dan een volgende subsidieregeling die niet volledig aansluit bij de praktijk”, motiveert Derksen.
Na het welkom van moderator Cees Vingerling start hij met een inventarisatie van de deelnemers om even te weten wie er in het publiek zit. Het MKB is het meest vertegenwoordigd vandaag, waarvan de helft werkzaam is in de dienstverlenende sector. Daarna is het woord aan keynote speaker Werner Schouten. De jonge, dynamische en constructieve rebel gaf eerder al in zijn journalistieke werk aan dat het aan het MKB is om de motor van Nederland te blijven. “Maar hoe ga je het verschil maken met de impacteconomie? Hoe kijken we naar sociaal, menselijk en natuurlijk kapitaal?”, vraagt Vingerling zich af. Schouten valt met de deur in huis door alle aanwezigen welkom te heten als lotgenoten: “We leven allemaal samen in de tijd van consequenties. We leefden in de mythe van alles en overal kan. We bouwden woonwijken naast industrie, lieten de veestapel almaar groeien en maakten onszelf afhankelijk van Russisch gas. En nu ervaren we de consequenties van die houding”. Hij benoemt het rijtje aan crisissen waar we momenteel mee geconfronteerd worden en ziet dat de vertraagtaal waar we voorheen in praatten, nu is omgeslagen naar de wens om zo snel mogelijk de transitie te maken. “We betalen nu steeds sneller en een steeds hogere prijs voor het niet nemen van onze verantwoordelijkheden in het verleden. Een positieve maatschappelijke impact maken en hebben is daarmee essentieel.”
Deze ochtend blijkt uit cijfers van het CBS dat 80% van de ondernemers bezig is met duurzaamheid. Schouten wijst er echter op dat het nog niet in de kern van het verdienmodel zit. “Hoe we business doen en investeringsbeslissingen maken, is nog steeds financieel. We praten al twintig jaar over people, planet, profit, maar het staat nog steeds niet op de balans. Maatschappelijke waarde moet centraal staan in onze verdienmodellen. Daadwerkelijk bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen”, benadrukt Schouten.
De vele perverse prikkels om niet de focus op impact te leggen, moeten weg - we moeten de spelregels veranderen. “Kijk daarbij naar wat er al heel goed werkt”, tipt de BNR-presentator. We hebben een goed systeem van financiële accounting, waar je op eenzelfde wijze ook maatschappelijke accounting zou kunnen toevoegen als maatstaaf en verantwoording. Inclusief maatschappelijke verliesrekeningen, waarin de (negatieve) impact van bedrijfsbeslissingen zichtbaar worden. Hij neemt de zaal mee in voorbeelden van bedrijven die zich al op die wijze profileren en alsnog een goede boterham verdienen. Essentieel daarbij is dat we het allemaal samen moeten doen, zodat er geen scheve concurrentie ontstaat. “Ik hoor heel vaak van ondernemers: wij doen al alles om het te versnellen. En dat geloof ik echt, maar is het genoeg? Zijn echt alle opties doorgerekend? Wanneer er een crisis uitbarst is er ineens veel meer mogelijk. Dit huidige crisisbesef… laten we dat voelen en tegelijkertijd uit de illusie van machteloosheid stappen”, sluit Schouten gedreven af.
Tijd om na de inspiratie eens te kijken naar de Capelse realiteit van het moment. Een inventarisatie in de zaal maakt duidelijk dat de aanwezige ondernemers allemaal al bezig zijn met één of meerdere duurzaamheidsmaatregelen. Energiebesparing staat bovenaan, op de voet gevolgd door recycling en duurzame mobiliteit. Maar ook zonnepanelen/warmtepomp, afvalreductie en grondstofbesparingen worden al meegenomen door de Capelse ondernemers.
Zij zien bij het behalen van duurzame bedrijfsvoordelen vooral nog mogelijkheden in kennisdeling, nieuwe bedrijfsmodellen, de deeleconomie en nog een klein deel kostenbesparingen. De overgrote meerderheid van de aanwezigen ziet daarbij voordelen als er samengewerkt wordt met andere bedrijven, wat net iets minder dan de helft op dit moment nog niet doet. De bedrijven die al wel samenwerken met andere partijen voor hun duurzaamheidstrategie, doen dit vooral met buren op hetzelfde bedrijventerrein, branchegenoten, ketenpartners en bijvoorbeeld een afvalverwerker.
In een groene huiskamersetting is het daarna tijd voor het rondetafelgesprek met ondernemers, projectleiders van de gemeente Capelle aan den IJssel en van Provincie Zuid-Holland. Peter van Wijk loopt als ondernemer in de uitvaartbranche op de troepen vooruit en stopte in 2016 al bewust met het maken van de uitvaartkisten van spaanplaat en is met zijn familiebedrijf al sinds 2018 energieneutraal. Het duurzaamheidsbesef in zijn branche was toen nog laag en is inmiddels veel groter waardoor veel ondernemers nu te laat moeten schakelen, maar Van Wijk voldoet al volledig aan de wensen van de klant en partners. “Dat is gelukt, omdat we anders zijn gaan nadenken over onze eigen processen. In plaats van het afvoeren van ons resthout, zetten we dit nu om naar warmte in ons eigen pand. Onze grote ketel brandt bijna volledig op houtresten, waardoor we geen gas gebruiken. Praktisch gezien zijn we onafhankelijk van het gasnetwerk”, vertelt hij met enthousiasme.
Eenzelfde bevlogenheid laat Wim Groenendijk zien over Mattone Bouwmeesters, waar ze ‘de monumenten van de toekomst bouwen’. Zij zijn van mening dat hetgeen dat gebouwd wordt pas duurzaam is als het echt een lange levensduur heeft. “Veel bedrijven bouwen voor een duur van vijftig tot zestig jaar, maar wij bouwen iets werkelijk duurzaams: dat nooit meer gesloopt hoeft te worden. We voegen iets toe aan de bebouwde omgeving, dat is waar we voor staan”, legt Groenendijk uit.
De aanwezige projectleiders vanuit de overheid vertellen hoe blij ze zijn met ondernemers als Van Wijk en Groenendijk als koplopers in de regio. Boyd Bartels is ambassadeur bedrijventerreinen bij de Provincie Zuid-Holland: “het organiserend vermogen van de ondernemers zetten we graag in om hun buren mee te nemen. Gemeentes doen dit op lokaal niveau en wij kunnen helpen met kennis, ervaringen en subsidies”. Er wordt ter plekke een afspraak gemaakt voor een groots zonneparkplan dat Van Wijk heeft, maar nog niet van de grond kwam vanwege huidige complexiteit met vergunningen en subsidies. Zonde, is iedereen het met elkaar eens.
George Derksen benadrukt hoe goed het is dat privaat en publiek samenwerken: “Dan kun je ook echt kijken naar een integrale aanpak van verduurzaming. We hebben daarom vier thema’s bij de netwerkborrel hangen, waar je als bedrijf je naam op kan schrijven. Dan kunnen we kijken hoe we samen in dat thema kunnen optrekken, vraag en aanbod bij elkaar kunnen brengen”.
Sofie Schrover ziet als projectleider Energietransitie en Duurzaamheid dat het momentum er is om dingen aan te pakken: “We zien dat ondernemers willen en willen het hen ook makkelijk maken. In Capelle West starten we bijvoorbeeld een onderzoek wat de mogelijkheden zijn voor een integrale aanpak van riolering/buitenruimte in combinatie met de verzonnings- en vergroeningsopgave. We starten het als pilotproject en kunnen alle opgedane kennis voor andere locaties gebruiken. Er is namelijk veel onbenut dakpotentieel in Capelle aan den IJssel en ook als je geheel ontzorgt wilt worden, zijn er oplossingen zoals een samenwerking met coöperatie Zonkracht Capelle. Met het oog op een toekomst waarin bijvoorbeeld netcongestie een probleem wordt, is het belangrijk om als ondernemer je energiebehoefte in kaart te hebben en dit vooraf kenbaar te maken aan netbeheerder Stedin”. Er wordt vanuit de ondernemers in het gesprek nog kritisch gewezen op het feit dat er zoveel subsidie ‘verloren’ gaat voor het MKB, omdat de grote reuzen miljarden ontvangen. De oproep om ook kleinschalige initiatieven de ruimte te geven, wordt gedeeld door de lokale overheid die hier in het theater zit. “Dat is ook waarom we samen op moeten trekken. Er moet versnelling komen in de transitie naar duurzaam en liever nog naar circulair. Wanneer we op de hoogte zijn van initiatieven, kunnen we hier in helpen”, aldus Derksen. Bartels voegt toe: “Ook vanuit de provincie zijn er arrangementen voor”. Het is dus ook vooral zaak om met elkaar in gesprek te blijven en het vraag en aanbod in kaart en bij elkaar te brengen. “Vorm volgt daarbij de strategie. Samen moeten we als ondernemers en overheid de regie pakken over die ontwikkelingen”, vat Bartels samen.
Op college-tour-wijze is het podium daarna voor Paul van Dorp die als zoon in het familiebedrijf van zijn vader stapte: Van Dorp Installaties. Vingerling vraagt hem naar zijn verhaal en zijn eigen visie op duurzaamheid. “Ik ben geboren op de boerderij waar ook mijn opa en vader zijn geboren en waar het rentmeesterschap me altijd is meegegeven: zorg goed voor je land, dan zorgt het goed voor jou. Mijn vader startte zijn installatiebedrijf in 1985 en nam toen duurzame koeling al mee in het portfolio.” De groene business is ook goede business, warmtepomptechnologie of een hybride warmtepomp vergroten de omzet van Van Dorp Installaties. “De prijs van die technologieën is aanzienlijk hoger en je moet het eerlijke verhaal erachter vertellen. Je kan als ondernemer of gebouweigenaar het geld maar één keer uitgeven, dus die investeringsbereidheid is belangrijk”, beaamt Van Dorp. Hij leeft als mede-ondernemer mee met de bedrijven die deze keuzes niet maakten en nu hun energierekeningen meermaals over de kop zien gaan. “Het MKB is de motor van de economie, wij kunnen die impact maken. Maar we zien ook dat we als het ‘midden’ meer en meer verdwijnen. En dat zou ik een heel ongewenst bij-effect vinden”, stelt Van Dorp, “Een kleine ondernemer als een bakker heeft een belangrijke rol in de maatschappij. Het ondernemersklimaat verbetert ook niet, wanneer het MKB zou wegvallen”.
Hij is voorstander van samenwerking en de penningmeester van de dit jaar opgerichte Green Business Club Fascinatio, waarin hij met allerhande ondernemers de versnelling maakt naar het verduurzamen van het kantorengebied. “GBC heeft diverse projecten op verschillende thema’s, maar op het thema energie, ligt de focus onder meer op besparing. Een goede eerste stap daarin is kijken of alle huidige systemen goed op elkaar zijn afgestemd en ingesteld.” De Capelse ondernemer kijkt bovendien ook verder: “Op de Fascinatio Boulevard op het warmtenet. Moeten we daar ook geen koudenet naast gaan plaatsen? We zijn op dit moment moderne woestijnen aan het creëren. We moeten samen naar een nieuwe werkelijkheid toe. De natuur terugbrengen in de stad, minder opwarmen en energiebuffering slim inzetten met een brede warmte/koude opslag”, schetst Van Dorp. Tot slot vraagt Vingerling nog naar het succesvolle fietsconcept van het installatiebedrijf - dat a-typisch is voor de branche. “We zijn al een tijdje bezig met een fietsconcept. Onze monteurs zijn natuurlijk gewend aan bedrijfsauto’s en we reden al elektrisch, maar we zijn nu toch een stap verder gegaan. In het centrum van grote steden, zijn we overgestapt naar de fiets en hebben monteurs een OV-kaart en een OV-fiets. Natuurlijk moet je daar veel en goede gesprekken over voeren, maar we hebben het plan ook niet eerst helemaal tot in alle scenario’s uitgedacht. Soms moet je gewoon ook starten en proberen”, vertelt Van Dorp over het succes.
Bij de afronding van het symposium praat de moderator nog even kort na met Sofie Schrover en George Derksen als organisatoren. “Ik ben onder de indruk van alle ambities die al uitgesproken en uitgevoerd zijn. Het is goed dat ondernemers zelf stappen zetten of dit op de korte termijn willen doen. Er is duidelijk behoefte aan samenwerking daarin en dat is ook de succesfactor bij bestaande concepten. Wij zijn projectleiders en willen heel graag projecten doen,” aldus een enthousiaste Schrover. Derksen vult aan: “Daarom ook heel expliciet de uitnodiging om samen aan de slag te gaan. Wij voelen ons ook eigenaar van de uitdagingen en stellen daarbij de voorwaarde om het echt met elkaar te doen zodat we samen kunnen versnellen”.
Tijdens de netwerkborrel in de foyer zijn de geluiden na het symposium ook positief. “Het is altijd goed om met elkaar samen te kijken naar de mogelijkheden en de succesverhalen te horen. Ik ben wel geïnspireerd om het mee naar kantoor te nemen”, stelt een deelnemer. Een ander vindt de vertaalslag naar haar eigen bedrijf nog lastig: “Ik schrijf mijn eigen bedrijf nog niet op de lijst, omdat ik gewoon nog niet zo goed weet waar ik behoefte aan heb vanuit de gemeente”.
Twee ondernemers die met elkaar staan na te praten, menen dat het ook best een grote vraag is die de gemeente nu stelt: “MKB-ers zijn gewoon druk met andere zaken. Ze willen heus wel wat doen en zich aansluiten, maar dan moet je concrete projecten voorstellen en wellicht niet de vraag zo open bij ze neerleggen”. De eigen verantwoordelijkheid waar de sprekers van het symposium de ondernemers juist op wezen (maak die tijd wél en geef het prioriteit), is bij andere ondernemers juist een schot in de roos: “We hebben al zoveel kleine initiatieven en ervaringen die we samen kunnen delen en versterken. Zo zetten wij het parkeerterrein met onze laadpalen van het bedrijventerrein ’s avonds open, zodat de buurtbewoners daar hun auto’s kunnen opladen, omdat daar in de naastgelegen wijk zelf geen ruimte voor is. Zo gaan we veel efficiënter om met alle zonne-energie die overdag is opgeladen en niet eerst terug hoeft naar het net. Zo simpel kan het soms ook zijn, maar die verhalen moeten wel verteld worden”, aldus de ondernemer.
Het is duidelijk dat de meeste Capelse ondernemers zich bewust zijn van de transitieopgave, hier ook al mee bezig zijn, maar dat versnelling vooral moet komen door samenwerking. Wil je betrokken worden bij deze versnelling en je eigen ideeën delen met de gemeente? Neem dan contact op via
Economisch Netwerk Capelle | Lijstersingel 15 | 2902 JD Capelle aan den IJssel